Met MAF naar Pyarulama

In februari 2024 waren wij (Henk en Leny Wisselink) gedurende twee weken te gast bij onze dochter Harriëtte, schoonzoon Wilfred, en kleinzoons Micha en Ruben in Mount Hagen in Papua New Guinea. Het was bijzonder voor ons om te zien waar ze wonen en werken en om in die periode met hen op te trekken. In dit stukje willen we iets vertellen van het werk van MAF. Tijdens ons verblijf gingen we met een MAF vliegtuig met piloot Tim Neufeld naar het dorpje Pyarulama, een klein PNG dorpje op ongeveer 20 minuten vliegafstand van Mount Hagen. In dat dorpje hadden twee medewerkers van MAF maintenance zonnepanelen geïnstalleerd op het dak van een gezondheidscentrum. Dat werk was nu klaar en de mannen konden weer opgehaald worden. Een fotoverslag.

Piloot Tim Neufeld weet in het bergachtige gebied moeiteloos de grasstrip van het dorpje Pyarulama te vinden. Bij het landen hobbelt en stuitert het vliegtuig over het gras om even later tot stilstand te komen aan het einde van de strip. De grasstrip ligt een beetje schuin onder een hoek van tien graden. Die kleine helling zorgt ervoor dat het vliegtuig niet alleen sneller tot stilstand komt maar ook sneller vaart krijgt bij het opstijgen.

Bij de landing worden we opgewacht door 60 à 70 inwoners van het dorp.

Er is tijd voor een korte rondleiding door het dorp. Een paar vrouwen laten ons een huisje zien waar gekookt, gegeten en geslapen wordt.

Tijdens de rondleiding samen op de foto: de dorpelingen zijn vriendelijk en behulpzaam.

Het MAF vliegtuig bij Pyarulama. Tim vindt het vliegen het meest eenvoudige van de trip. Het onderhandelen met de dorpelingen over de vracht en over wie er met het vliegtuig meegaat is ingewikkelder.

Als we terug zijn in Mount Hagen is het tijd voor een korte fotoshoot met Wilfred. Voor ons was het een bijzondere tocht. Met eigen ogen hebben we kunnen zien hoe MAF van betekenis is voor inwoners van ver afgelegen dorpjes waar niet of amper middelen en wegen zijn om mensen en goederen te vervoeren.

Henk en Leny Wisselink

Op kantoor

MAF heeft vele programma’s over de hele wereld, maar het programma in PNG is het grootst. We hebben 10 vliegtuigen en 19 piloten, verdeeld over 4 verschillende basissen in het land.

Ons pilotenteam

Wilfred heeft de afgelopen maand op de hoofdbasis in Mt Hagen gewerkt, waar het grootste deel van de vlucht-aanvragen binnen komen. Samen met 8 lokale mensen werkt hij aan alle planningen en volgen ze dagelijks via een speciaal programma de vliegtuigen. De piloten kunnen via dit programma vragen stellen, zoals wat het weer is en of de tank-wagen klaar kan staan.

Wilfred vertelt: ‘De afgelopen maand zijn er ongeveer 600 aanvragen voor vluchten binnen gekomen. Dat kan een hele korte en makkelijk te plannen vlucht zijn. Of juist een hele lange vlucht met lastig te bereiken plekken. We hebben nu bijvoorbeeld gewerkt aan de planning voor Rotarians Against Malaria die op meerdere plekken in PNG malaria-netten willen brengen. Een goede optimale planning is nog niet zo makkelijk te maken.

  • Je hebt te maken met vliegtuigen en hun uren en onderhoud. Elke 100 uur worden ze gecheckt en bij 200 uur zijn er grotere checks.
  • Je hebt te maken met piloten en hun duty uren. Past dat allemaal in de planning?
  • Je hebt te maken met de landingsbanen: is het gras gemaaid, hoe goed is de landingsbaan en met hoeveel gewicht mag daar geland worden?
  • Je hebt te maken met de combinatie piloten en landingsbanen: elke piloot moet voor elke baan worden uitgecheckt door een trainer. We hebben in totaal zo’n 250 landingsbanen, dus lang niet iedereen is overal uitgecheckt en dus goedgekeurd.
  • Wanneer alles gepland is, moet je de laatste factor nog afwachten: het weer! We vliegen binnen MAF op zicht, dus met slecht weer moet alles gecanceld worden. Soms proberen piloten het nog wel en vliegen ze erheen, maar moeten ze onverrichte zaken weer terug.’
Op kantoor waar alle aanvragen binnen komen.

Naast de korte en lange vluchten is er nog een derde categorie: een medische evacuatie. Wilfred vertelt: ‘De afgelopen maand hadden we er 6. Een medische evacuatie krijgt absoluut onze prioriteit, daarvoor zijn we hier. Elk mensenleven is waardevol, en we doen ons best iedereen die het nodig heeft zo snel mogelijk in een ziekenhuis te krijgen. Wederom zijn we afhankelijk van vliegtuigen, piloten, landingsbanen en het weer. Maar nu moet er ook worden nagedacht over het aantal mensen dat mee moet op de vlucht, en of er een stretcher nodig is (en moeten er dus stoelen uit het vliegtuig worden gehaald). Daarnaast is er een deel van het programma dat nu geannuleerd moet worden doordat het vliegtuig bij de evacuatie nodig is en opnieuw ingepland zal moeten worden.’

Al met al een hele klus, maar wel een dankbare klus. Bijna iedereen binnen MAF wordt gesponsord om daar te werken. Al onze vliegtuigen zijn gekocht met sponsorgeld. Om die allemaal op de meest optimale manier in te zetten, recht te doen aan al dat sponsorgeld, en om er het meest uit te halen voor de bevolking hier…. Daar doen we het voor. We vinden het heel bijzonder om hier in dit ontwikkelingsland onze gaven voor onze medemens in te mogen zetten.

De wonderen van de natuur in PNG

In augustus kwamen mijn ouders op bezoek bij ons in PNG, en dat was natuurlijk een feestje.
Wat is het leuk om je eigen plekje te laten zien en het leven dat we hier samen hebben opgebouwd. PNG is niet super toeristisch, maar heeft wel heel veel moois en lekkers te bieden. Het land heeft een tropisch klimaat, en de natuur brengt dus hele andere vruchten dan de Nederlandse grond. Dat is en blijft een leuke ontdekkingstocht 😊.

Op de markt.

Op de markt kochten we allerlei vruchten: verschillende soorten bananen, mango en kulau. Een kulau is een jonge groene kokosnoot die veel water en weinig vruchtvlees heeft. Hij is eigenlijk nog niet helemaal ‘rijp’, en wordt dus ‘te vroeg’ handmatig uit de boom gehaald. Je krijgt alleen een mooie bruine noot (met veel vruchtvlees) als je wacht tot hij uit zichzelf op de grond valt.
Het voordeel van een kulau is dat het vol zit met kokoswater en heerlijk dorstlessend is. Je moet flink hakken voordat je bij de daadwerkelijke noot bent, en dan nog een gat in de noot zien te maken, zodat je eruit kan drinken. Verwar dit kokoswater niet met kokosmelk, dat wordt juist gemaakt van geschraapt vruchtvlees uit de bruine kokosnoot.

Een kulau in zijn groene omhulsel.
Een kulau. Nog even een gaatje erin hakken, een rietje erin, en je hebt heerlijk dorstlessend kokoswater.

Met mijn ouders gingen we naar een eiland, om te laten zien hoe mensen zonder stroom, zonder waterleiding en zonder gasfornuis leven. Daar kregen we een hele rondleiding langs alle vruchtbomen. Mijn ouders vonden het heel bijzonder om de vanille te zien groeien, die groeit als een soort van klimop. Overal hangen groene stokjes. Die stokjes moeten geplukt en gedroogd worden, en dan krijgen ze die bruine kleur. Velen mensen konden via mijn ouders de vanille stokjes bestellen en genieten nu hopelijk van de gekochte vanille. Zo leuk om jullie wat van hier te geven!

Vanille struik
Vanille bonen

De cacao-boom was de volgende interessante boom, een boom die een soort langwerpige meloenachtige vruchten draagt. De witte noten binnenin de vrucht worden gedroogd en verkocht. De lokale mensen weten wel dat er chocolade van wordt gemaakt, maar dat is hier zo duur dat ze het eigenlijk nooit zelf proeven. De eigenaar van deze bomen zei dat het op het moment een slechte markt was, dat het nauwelijks het werk van plukken, drogen en vervoeren waard was.

Op de foto zie je de onrijpe cacao vrucht (groen en rood), de rijpe vrucht (geel) en een verrotte vrucht (bruin).
Als je een cacao vrucht open maakt, zie je de witte cacao die eerst nog gedroogd moet worden voordat het verhandeld kan worden.

Terug in Wewak liepen we een rondje op onze compound. Ik kan wel overal foto’s van laten zien, maar dan hebben we nog heel wat meer ruimte nodig 😊. Bij ons groeit papaya, passie-vruchten, ananassen, bananen, bread-fruit, jack-fruit en soursop. Google maar of kom een keer langs om het zelf te proeven. Ik kan je garanderen dat ik nog nooit zulk lekker fruit heb gehad als hier in PNG. Wat een rijkdom en iets waar we enorm van genieten. 

Te gast bij Wilfred & Harriëtte

Langzaam komt Magnetic Island voor de kust van Townsville in Australië dichterbij. Nog even en de boot draait de haven in. Harriëtte en Wilfred zijn hier samen met Micha en Ruben twee weken op vakantie. De jongens weten nog niet dat wij komen, voor hen is het een verrassing. In de verte zien we de blonde koppies al. Even later krijgen de jongens door dat wij aan boord zijn. Ze dansen van plezier en roepen enthousiast ‘opa en oma’ over het water.

Wij (Henk en Leny Wisselink) zijn op reis door Queensland in het oosten van Australië. Harriëtte en Wilfred en de kinderen zijn in die periode ook daar. Vanuit Cairns zullen we samen naar Wewak in Papua New Guinea (PNG) reizen. Het wordt ons eerste bezoek aan PNG. Twee jaar geleden was onze reis al geboekt maar kon toen niet doorgaan vanwege Covid. Australië en PNG hebben gelukkig recent de laatste Covid restricties opgeheven en er kan weer vrij gereisd worden.

De Knigge’s hebben al gewandeld op het eiland en doen met ons hun mooiste wandeling nog een keer. Magnetic Island staat bekend als koala eiland, er schijnen hier zo’n 800 koala’s te zijn. Onderweg is het goed zoeken in de bomen, de koala’s zitten helemaal stil lekker te slapen op de takken. Toch lukt het om er vier te vinden. Op één van de prachtige stranden van Magnetic Island blijven we wat langer zitten en genieten van de rust en de mooie natuur.

Koala beertje op Magnetic Island.
Prachtige baai op Magnetic Island.

Wewak
Vier jaar al wonen Harriëtte, Wilfred en de jongens in Wewak. Hun huis staat op een compound van MAF, een terrein wat compleet is afgesloten van de omgeving met een metalen schutting met daar bovenop scheermesjes prikkeldraad. Hier woont ook het tweede MAF pilotengezin (Andy en Helen Symmonds) samen met gezinnen van ander personeel wat op de MAF basis in Wewak werkt. ’s Nachts is er bewaking aanwezig op de compound. Vooral vanwege overmatig drankgebruik kan het in het weekend en ook rond de compound nog wel eens onrustig zijn met harde muziek en geschreeuw. We merken er gelukkig weinig van, alhoewel het een enkeling op de compound uit de slaap houdt.

Wewak ligt direct aan de noordkust van PNG en langs de kustlijn zijn een aantal stranden. In de twee weken dat we in Wewak zijn gaan we daar zeer regelmatig met elkaar naar toe. Harriëtte gaat er vaak met de jongens heen na schooltijd, het water is heerlijk verkoelend en er staat vaak een stevige wind. Op een aantal plekken is er vlak voor de kust koraal en veel vis, dus de snorkels en de onderwatercamera gaan mee om de mooiste plekjes te bekijken en vast te leggen. We genieten er enorm van en verbazen ons over de mooie kleuren en alle verschillende vormen van het koraal en de variaties van de vissen.

Heerlijk snorkelen met elkaar.
Prachtige onderwater wereld.

Yuo Island
De natuur is sowieso erg mooi op PNG. We zien daar meer van als we gedurende drie dagen verblijven in een guesthouse op Yuo Island, ruim een uur varen vanaf Wewak. Ons huis staat hier direct aan zee en er is geen elektriciteit en stromend water. Dit is gewoon een paradijsje, de zee is schoon, super helder en de mensen zijn heel vriendelijk. Snorkelen is hier een feest, de stranden lijken zo weggelopen uit de bounty reclame.

Guesthouse op Yuo Island.
Prachtige stranden op Yuo Island.
Een mooi foto-plekje op Yuo.

Er wonen ongeveer 50-70 mensen op het eiland. Ze leven in alle rust van de vis, kokosnoten, bananen, ananas, sago en van wat de natuur hen verder nog biedt. We slapen onder muskietennetten en genieten van het eten en drinken wat we hebben meegenomen. Er wordt voor ons gekookt. We krijgen rijst te eten die gekookt is in melk van de kokosnoot, bij het ontbijt krijgen we donuts. ’s Avonds wordt er popcorn gemaakt boven een kampvuur en Leny leest de jongens voor bij het schijnsel van een solar-lamp.

Popcorn maken boven het vuurtje.

We gaan naar een hotspring op een ander eiland waar we heerlijk zwemmen in warm zwavelwater. In de bush laat een bewoner van het eiland ons zien hoe cacao en vanille groeit. Ook zien we hoe van de bladeren van de sago palm, dakbedekking wordt gemaakt voor een huis.

Vanille bonen nog groen aan de struik.
Cacao-vrucht.

Leven in Wewak
Het is een belevenis om boodschappen te doen in Wewak, vooral het bezoek aan de markt is een hoogtepunt. Het krioelt er van de mensen en als witte mensen vallen we behoorlijk op. De mensen zijn allemaal erg aardig en groeten elkaar. Als Harriëtte vanille wil kopen op de markt kijkt een grote groep mensen mee hoe dit gaat. Keerzijde van de markt is dat je goed op je eigendommen moet letten, het beste is om maar zoveel mogelijk thuis te laten en alleen het hoognodige mee te nemen.

Vanille kopen op de markt.

PNG is een derde wereldland met een lage levensstandaard. Er is veel werkloosheid en de mensen wonen in bouwvallige hutjes die je overal verspreidt in de bush ziet staan. De huizen staan op palen. Dat is niet voor niks want als het flink regent – en dat gebeurt geregeld – stroomt alles onder. Velen proberen langs de weg kleding, tasjes, snuisterijen, frisdrank, benzine, groente en fruit te verkopen. Opvallend is dat iedereen volop tijd heeft voor elkaar. Overal zie je groepjes mensen zitten of lopen die met elkaar praten, er wordt dus veel gesocialised. Ze vinden het interessant als ik (Henk) aan het joggen ben, één loopt (op blote voeten) met me mee. Helaas spreekt hij geen Engels en ik geen Tok Pisin zodat we amper kunnen praten. Hij is er overduidelijk trots op dat hij naast me loopt. Ik voel me echter niet helemaal senang bij zijn aanwezigheid en neem de kortste route terug naar de compound.

Leven in Wewak betekent ook dat de stroomvoorziening soms (bijna dagelijks van één tot acht uur) uitvalt. Gelukkig is er op de compound een generator die opstart zodra de stroom uitvalt. Helaas blijkt halverwege ons verblijf opeens de generator stuk te zijn. Voor reparatie moeten twee monteurs uit Mount Hagen komen. Dit betekent dat wij ook zonder stroom zitten, vooral de verkoeling van de fan mist. Zo ervaren we zelf waar de pilotengezinnen in het dagelijks leven mee te maken kunnen krijgen.

Leny heeft net een fleurig jurkje gekocht op de markt in Wewak.

Vliegen naar Yifki
Een hoogtepunt is als ik (Henk) mee mag vliegen in een MAF vliegtuig. Er moeten materialen voor de bouw van een nieuwe school naar Yifki gebracht worden. Yifki ligt in de bergen op ongeveer 1000 meter hoogte en is alleen maar goed te bereiken door de lucht. Alhoewel er veel wolken zijn in de highlands en in de Yifki vallei lukt het piloot Andy om het vliegtuig binnen een uur op de airstrip van Yifki te laten landen. Direct komen er mensen aanlopen die helpen om het vliegtuig uit te laden.

Mensen uit Yifki helpen piloot Andy met het uitladen van alle cargo.

Ondertussen kijk ik rond en hoor kinderen zingen. Dit komt uit een klein gebouw, direct aan de rand van de airstrip. Buiten het gebouw ontmoet ik David en hij vertelt me dat in het gebouwtje een school gehuisvest is. Hierin zijn drie klaslokalen die compleet gevuld zijn met kinderen. Enthousiast word ik welkom geheten door de leerkrachten en de leerlingen. In één klas zingen de kinderen de letters van het alfabet, een lied waarin het leren van de taal heel mooi wordt verbonden met de eer aan God. David laat me daarna zien waar de nieuwe school gebouwd wordt. De volle klaslokalen maken duidelijk dat een nieuwe school terecht is.

Enthousiaste klas in Yifki.

Kerk
De eerste zondag gaan we naar een kerk waar vrijwel uitsluitend witte mensen aanwezig zijn. Hier zie je een dwarsdoorsnede van alle hulpverleningsorganisaties die in Wewak en omgeving actief zijn. De airco staat er aan. Aan het begin van de dienst is er een rondje voor het verzamelen van gebedspunten. Eén van de aanwezigen leidt de dienst en we zingen een aantal liederen onder begeleiding van een gitaar. De tweede zondag gaan we naar een lokale kerk. Hier zijn we de enigste witte mensen. Er is hier geen airco, gelukkig zorgt de wind zo af en toe voor wat verkoeling. Ook hier gaat de bijbel open en wordt er gezongen. Niet in het Engels maar in het Tok Pisin. Wij kunnen het niet volgen, Harriëtte en Wilfred vertellen ons later waar de preek over ging.

Afsluitend
Al met al vonden we het heel fijn om ruim twee weken hier te zijn. Het belangrijkste voor ons was om te zien hoe Harriëtte, Wilfred en de jongens hier leven, wat ze daarbij mee maken en wat belangrijk voor hen is. We hebben zelf ups en downs ervaren waar zij mee te maken krijgen. Dat heeft ons een goed idee van hun leven hier in Wewak gegeven. Morgen vertrekken wij weer. We laten dit gezin met een gerust hart achter in de wetenschap dat ze hier op hun plek zijn en dat Gods dagelijks voor hen zorgt.

Wewak, zondag 28 augustus 2022
Henk en Leny Wisselink

De Passam watervallen zijn fantastisch.

Ongekende blijdschap

Wilfred heeft voor het eerst in zijn leven een landingsbaan geopend waar nog nooit een MAF vliegtuig is geland. Samen met collega Richie Axon vlogen ze in juni 2022 naar Wetap. Drie jaar geleden had de RAA (Rural Aistrip Agency) een survey gedaan op de net nieuwe strip via een helikopter. Zij schreven aanbevelingen, zodat er een vliegtuig kon landen. Er kwam bericht binnen bij MAF dat alle aanbevelingen waren opgevolgd, dat ze klaar waren om een vliegtuig te ontvangen. En nu was het dan zo ver. De mensen in Wetap wisten nog van niets. Er zijn maar weinig communicatie-middelen met deze plek en pas op het laatste moment kwam er toestemming binnen van MAF Management om daadwerkelijk een test landing te doen. Deze test landing gebeurde zonder cargo en zonder passagiers, met het oog op de veiligheid.

De omgeving van Wetap
Wilfred kijkt naar de strip vanuit het vliegtuig. Hoe ziet alles eruit?


Samen met Richie vloog Wilfred naar Wetap toe. Voordat er daadwerkelijk geland kan worden, hebben ze meerdere keren laag over de strip heen gevlogen. Ziet alles er goed uit van bovenaf, ziet alles er uit zoals beloofd is en zien we geen gekke dingen? Hoe staat het gras erbij? Zien we geen erosie of afwaterings-kanalen midden op de strip? Zijn er geen obstakels ergens op de strip? Moeten we de strip via de linkerkant aanvliegen, of doen we een right-hand-circuit? Zo’n eerste keer ben je jezelf aan het trainen hoe je het circuit vliegt. Je bent altijd gericht op de veiligheid, maar nu nog een beetje meer. Heel bewust kijk je waar je heen gaat als je plotseling door omstandigheden toch wilt uitwijken (go-around). Die omstandigheden kunnen van alles zijn: er is iets met het vliegtuig, er is iemand of iets op de strip (zoals een hond), of je ziet iets geks op de landingsbaan (zoals bijvoorbeeld enorme stenen).

Dit is een afbeelding van V2 Track, ons trackings-systeem. Hier kan je zien hoe vaak Wilfred over de strip heeft gevlogen. Zoals je ziet waren dat vele rondjes!
De landingsbaan van Wetap (aangevlogen van de andere kant; van boven naar beneden, omdat het een one-way strip is van 12 procent inclinatie)

Eindelijk vonden ze het veilig genoeg om te landen. De mensen komen meteen aanrennen zodra Richie & Wilfred uit het vliegtuig komen. Met ongekende blijdschap rennen ze op de piloten af om ze te omhelzen. Kun je je voorstellen, dat na zoveel jaar hard werken, er opeens een vliegtuig daadwerkelijk land? Kan je je voorstellen dat mensen nu eindelijk een lijn hebben naar de buitenwereld (zonder dagen te lopen/varen)? Nu zijn er ambulance-vluchten mogelijk, om mensen in nood naar een ziekenhuis te vliegen. Nu kan er voedsel worden ingevlogen, zodat mensen een meer gebalanceerd dieet kunnen krijgen en bijvoorbeeld niet alleen maar groenten eten. Nu kunnen er gasten komen, zoals een medisch team of een zendeling (op verzoek van de lokale mensen). Nu wordt er via het MAF vliegtuig daadwerkelijk HOOP gevlogen! De mogelijkheden zijn ongekend, en daarom is hun blijdschap ook ongekend. Ze joelen en juichen. Ze rennen op de piloten af, omhelzen hen en springen om hun heen.

Daar komen ze aan!
Wilfred wordt omhelsd. Je ziet de uiteindelijke foto daarvan niet, omdat de andere piloot (Richie) ook omhelsd werd door de lokale mensen.

Binnenkort hopen we een eerste operationele vlucht uit te voeren, met spullen of personen in het vliegtuig. Dan zijn de mensen in Wetap voorbereid op de landing, en wordt er een uitgebreid feest verwacht.

Weer terug op de basis kwam er een dank-je bericht binnen van Shedric Bisapen, hij is de community leider van Wetap: “For all to God’s glory. Thanks to the dedicated and committed missionaries who work for God to serve and save the people by reaching out and touching the lives of thousands in many ways.
On behalf of my humble community, I praise God for prayers answered. Last Friday afternoon, I received a call from home. At the background, I could hear the noise of the aircraft and people dancing and celebrating in emotion. I shed tears on the phone with the caller and my heart filled with joy with satisfaction. I felt satisfied that all our hard work has finally paid us well.
My special thanks to all the line of officers from Operations to Communication, especially to the individuals I have communicated with you so far for the airstrip. You all have been very helpful to me. That is why I have a reason to smile, and I hope you would too. You all worked for the good of our people. I can’t wait to fly home soon. A real taste feeling. To God be Glory.

Congratulations to the duo captains who went into Wetap. You made me proud. Well done. God will continue to bless MAF and its operations.”

De tweede wereldoorlog in Wewak

De tweede wereldoorlog is voor de meeste van ons onbekend terrein. We hebben erover gelezen, misschien wat gehoord van onze grootouders. Een enkeling, zoals oma Warnar, kan er zelf nog over vertellen.
In Wewak (PNG) zijn wij nog nooit mensen tegen gekomen die er zelf over konden vertellen. Toch blijven de verhalen levend, omdat de verhalen keer op keer doorverteld worden. PNG is een ‘orale’ cultuur: de verhalen worden eerder mondeling doorverteld, dan dat ze worden opgeschreven.

In Wewak herinneren meerdere dingen ons nog aan de oorlog. Er zijn meerdere mitrailleurs en ander oorlog-metaal achtergelaten. Met regelmaat worden er helmen gevonden, pistolen en kogels. Wat nu eerder aandoet als een speeltuin voor onze jongens, was in de jaren 50 van de vorige eeuw een verschrikkelijke plek.  

Bovenop ‘boys-hill’ in Wewak. Er zijn vijf van deze joekels op een rij.

De tweede wereldoorlog begon in 1942 in PNG. Australiërs vochten samen met de Amerikanen tegen de Japanners. PNG was in die tijd nog een kolonie van Australië. De Japanners gebruikten verschillende kust-steden als uitvalbasis, voornamelijk Aitape en later ook Wewak.
In 1944 wilden de Amerikanen/Australiërs er voor zorgen dat alle Japanners weg zouden gaan uit PNG. Ze bombardeerden de bunkers die de Japanners hadden gegraven.

Een paar bunkers kunnen wij nu nog steeds bezoeken, en zijn vooral door de enorme tunnel-systemen zeer interessant voor onze jongens.

Ruim 600 Australiërs verloren hun leven in deze specifieke strijd en 7000-9000 Japanners overleden. De naslagwerken vertellen dat er in totaal 7000 Amerikanen, 7000 Australiërs en 200.000 Japanners zijn overleden aan het gevecht, honger en ziekte (voornamelijk malaria) tijdens de oorlog in PNG.


Wilfred heeft vandaag de dag al meerdere keren Japanners mogen rondvliegen. Velen hebben bij aankomst in Wewak een stel coördinaten op zak die ze aan Wilfred overhandigen. Op deze coördinaten zijn vermoedelijk hun voorouders overleden in de strijd. Ze willen graag hun voorouders eren, door boven de coördinaten rond te cirkelen in het vliegtuig. De Japanners hebben veel geld voor dit soort vluchten over. MAF kan door dit geld weer vele medische evacuaties gratis of tegen gereduceerd tarief uitvoeren. Een win-win situatie, veroorzaakt door enorme verliezen.

Monument bij Cape Wom in Wewak.

In september 1945 gaven de Japanners zich officieel over en later tekenden ze het vredes-verdrag op Cape WOM in Wewak. Vandaag de dag is dit een monument die vele Japanners bezoeken.

Zoek

Het is dinsdag middag en ik land in Mount Hagen. Andy (collega piloot in Wewak) komt aanlopen met de mededeling dat er iets gaande is rondom een vermiste boot in de buurt van Wewak. Snel lopen we naar de operation manager en proberen we duidelijkheid te krijgen. Er zijn nauwelijks details gegeven. Het enige wat we weten is dat er een boot van het eiland Wuvulu naar Wewak is gegaan, maar niet in Wewak is aangekomen op de afgesproken tijd.

De dag ervoor (maandag) was ik nog op Wuvulu. Ik nam het maximale aantal mensen en cargo mee, maar kon twee mensen niet meenemen vanwege het maximale start gewicht. De twee vonden dat natuurlijk wel wat vervelend, maar gelukkig ging er een boot, later die dag. Daarop zouden ze mee kunnen.
Ik realiseer me: de twee passagiers die ik heb ‘achter gelaten’, zitten op die vermiste boot. Het waren niet mijn passagiers, maar zo voelt het wel. Ik voel me enorm bij dit alles betrokken, mede door mijn rol hierin.

Snel vertrekken we uit Hagen, terwijl de wolken steeds donkerder worden. We zien dat Hagen town al is opgeslokt door de regen. Gelukkig is de Sepik, waar wij naar toe gaan, slechts licht bewolkt met veel blauwe lucht. We vertrekken op tijd en vliegen het mooie weer in.

Het slechte weer laten we snel achter ons in Mt Hagen.


Diezelfde avond krijgen we te horen dat de zoektocht morgen doorgaat. Er is nog steeds geen concrete informatie, maar we weten van waar de boot vertrokken is en waar hij naar toeging. Het plan is om morgenochtend vroeg te vertrekken, maar niet zo vroeg dat het nog schemerig is. We bellen het bedrijf dat voor brandstof zorgt op het vliegveld en vragen of ze extra vroeg aanwezig willen zijn. Iedereen doet net dat beetje extra om te zorgen voor een goede uitkomst van de zoekactie. Mijn vrije dag gaat de prullenbak in, maar dat kan mij op dit moment gestolen worden. Dit is waarom we hier zijn: helpen.

De zoektocht
Andy heeft ervaring in patrouille en zoekacties vliegen. Dat is een enorme aanwinst voor MAF PNG. En Wewak is dan ook de beste plek om hem gestationeerd te hebben (de enige basis die aan zee/water ligt). In de ochtend komen we tot een plan en gebruiken we zoveel mogelijk bronnen om data te verzamelen: wat doet de wind, wat is de stroming. Tijd van vermissing en hoelang zijn ze nu al aan het afdrijven. We proberen alles te berekenen en te beredeneren. Maar tegelijkertijd komen we erachter dat we niet uitgerust zijn voor dit soort missies: we hebben geen ervaring binnen MAF PNG voor dit soort acties. Het is mijn eerste keer. Andy heeft wel ervaring maar met andere middelen en andere omstandigheden. In Europa is veel meer data omtrent stroming en wind beschikbaar.

We stijgen op en beginnen de zoektocht vrijwel direct. We hebben allemaal een reddingsvest om, omdat we tot wel 200 km uit de kust plannen te vliegen. Initieel planden we om op 2000 voet hoogte te vliegen (600m), maar bewolking maakt het onmogelijk goed te zoeken, dus we zakken naar 1000 voet (300m).

Na bijna 6 uur vliegen met gereduceerd vermogen voor maximale vliegduur landen we weer op Wewak. Helaas, zonder resultaat.
Het is onduidelijk of de volgende dag weer gezocht gaat worden, dus we bereiden zoveel mogelijk voor, voor het geval dat.

Dag 1 het patroon links, dag 2 het patroon rechts.


‘s Avonds wordt duidelijk dat we de volgende dag inderdaad weer gaan zoeken. De volgende morgen zijn er twee extra mannen die meegaan als observer. Eén van hen is op dezelfde dag met een boot van een naburig eiland vertrokken naar Wewak. Toen wij opstegen van het eiland op maandag, zagen we hem met nog een andere boot aankomen op Wuvulu om te checken of meer boten naar Wewak gingen of dat er meer lading meer genomen moest worden. Hij heeft dus op dezelfde dag gevaren als de vermiste boot en heeft dus een goed idee van wind en stroming.
Samen met hem wordt een nieuw plan gemaakt en besloten in welk gebied gezocht gaat worden.

We stijgen weer op en doen hetzelfde als de dag ervoor: laag over het water, met reddingsvesten aan, 6 uur achter elkaar een patroon vliegen en continue naar buiten kijken in de hoop hen te vinden.
Helaas. Ook deze dag niet gevonden. Ik ben gefrustreerd en teleurgesteld. We hadden ze toch moeten kunnen vinden. Is het gebrek aan data dan toch een groter probleem dan ingeschat? Het is balen, maar er is niets wat we kunnen doen.

Die avond wordt duidelijk dat de zoektocht gestaakt wordt. De boot is al meer dan 80 uur vermist en elk uur wordt het zoekgebied groter. Weer-modelen waren tegenstrijdig, waarbij één model een oostelijke stroming aangaf en een ander model een westelijke stroming. Waar ga je dan zoeken!?

Een enorm groot zoek-gebied. Nederland er naast geplaatst ter vergelijking

In mijn hoofd
De dagen erna spookt de zoekactie veel door mijn hoofd. Elke keer als ik de zee zie, denk ik aan ze. Ik wil de zee weer op, verder zoeken. Maar op dit moment is het gewoon dwaas om door te gaan. Ze kunnen al meer dan 300 km van oorspronkelijke locatie zijn afgedreven. Het is onbegonnen werk. Het wordt mij duidelijk dat deze actie meer met me doet dan ik wil toegeven. Ik laat er niet al te veel over los en Harriëtte pikt de sporadische signalen ook niet op. Ik ben moe van de vele vlieguren en heb rust nodig. Ik doe de hele zaterdag niets, maar de gedachten blijven.

Zondag hebben we een gezamenlijke dienst met andere zendingsorganisaties op de heuvel bij Wewak. Deze heuvel kijkt uit over de zee. Ik sta buiten en kijk naar de zee, ik zoek naar een witte boot die rond dobbert. Ze moeten toch ergens zijn!
Gedurende dienst wordt mij duidelijk dat ik dit moet gaan verwerken en er over moet praten. Ik weet dat we alles gedaan hebben dat we konden, maar het voelt als falen. We hebben ze niet gevonden.

Het uitzicht op de heuvel waar ik nog steeds zoek naar het bootje.


Aan het einde van de dienst kijk ik weer uit over het water. Er dobbert een witte boot. Even denk ik: ‘wat als…’. maar het kan niet. Er zijn andere boten in de buurt en niemand gaat naar deze boot toe. Het is vast iemand die aan het vissen is. Verschillende mensen horen het verhaal en Harriëtte deelt het ook met iemand.

We gaan naar huis en een half uurtje later gaat de telefoon. Het is de persoon waar Harriëtte mee heeft gesproken. Hij heeft een bewaker op de compound die uit Wuvulu komt en heeft hem gevraagd wat hij er allemaal van wist. De bewaker vertelde dat zondagochtend een telefoontje binnenkwam uit Jayapura (West-Papoea). De boot is daar aangespoeld / land bereikt / opgepikt met alle inzittende in leven. Bijna 6 dagen hebben ze op de zee gedreven, zonder peddel en zonder communicatiemiddelen.
Wat een enorme opluchting. Geen zorgen meer en geen vragen of we het beter hadden kunnen doen. Blijdschap en dankbaarheid.

En de volgende keer, gaan we ze wel vinden…

Gek normaal

We zijn weer terug in Wewak.
En alles is gek normaal.
We rijden door de stad, de zoute zeelucht is zwaar.
Een paar gaten meer of minder in de weg, maar dezelfde mensen en dezelfde winkels.
In één winkel vind ik iets nieuws: lekkere crackers!
Als je in het buitenland woont, zijn zulke onverwachte dingen een heerlijke verrassing. De dingen die je normaal gesproken niet hebt en nu opeens voor je neus liggen. Fijn.
Geen melk te vinden, maar he, we hebben crackers!

Twee huishoudelijke hulpen (Agatha en Naomi) hebben me de afgelopen week geholpen bij het opruimen van ons huis. Leven in de tropen is meestal leuk en goed te doen, maar een huis drie maanden laten leegstaan is niet één van die dingen! De schimmel en het stof zat overal… vreselijk. We hebben gepoetst, gewassen en nog meer gepoetst. We hebben gelukkig bijna geen ongedierte gevonden. Tel je zegeningen 😊.

Een container uit Nederland die in december 2020 is gevuld is aangekomen en onze dozen stonden al in ons huis klaar. Geweldig leuk om te merken hoeveel mensen een kaartje en wat leuks hebben meegestuurd. Bijzonder.
Kaartjes vinden ook opeens onze weg weer via de post. De felicitaties van 2020 stromen binnen, leuk, je voelt je gewoon weer bijna jarig.

Alles is zo normaal en toch ook gek.
Ik moet echt weer een beetje wennen aan het land en alles wat er speelt.
Ik vraag aan Agatha of ze nog wel een beetje geld heeft om van te leven.
Voor ons verlof heb ik haar geld gegeven om deze tijd te overbruggen, maar het was allemaal op.
Tijdens dit gesprek pak ik weer een nieuwe lading onderbroeken uit.
Ik weet dat ik volgend jaar enorm blij ga zijn met deze extra voorraad.
Maar in dit land is voorraad, of vooruit plannen, iets wat men niet echt doet. Ik voel me schuldig met al die overdaad aan spullen die uit mijn tassen en dozen komen.
Ongelooflijk, wat zijn we rijk.

De grote kartonnen dozen zijn inmiddels leeg. Ik vraag aan Naomi om ze te verbranden. Ze kijkt me aan en vraagt: ‘vind je het goed als ik ze meeneem, om een wandje te maken voor bij onze WC?’. Haar vraag hakt erin. Ongelooflijk, wat zijn we rijk.

Ik doe de eerste boodschappen en zoals altijd verpakken ze de spullen uit de koeling met krantenpapier. Boter en worstjes, alles gaat met een krantenpapier eromheen in mijn meegenomen HEMA tas. Thuis haal ik het eruit en gooi de krant in de bak om te verbranden. Ik sta er even bij stil, en haal het er snel weer uit. Netjes vouw ik het op en leg het in een speciale bak die ik bewaar voor Naomi. Het is haar wc-papier.
Ongelooflijk, wat zijn we rijk.

Ik weet van de vorige keren dat het even duurt voordat we deze transitie tijd door zijn. Voordat ik deze dingen weer een plekje kan geven. Het komt weer goed, mijn hoofd moet even Nederland weer een beetje ‘vergeten’, zodat ik hier weer kan settelen en kan accepteren. Zodat ik hier weer kan geven, juist met en door de spullen die het voor ons thuis maken en het leven een beetje makkelijker. Ons gekke normale leven.

Licht

Voor de ramen van de vrouwengevangenis in Wewak is sinds kort een metalen plaat gespijkerd. Ze hadden zicht op een klein gedeelte van de mannengevangenis. Het is door mij geschreven, maar gebaseerd op de ervaring van Mary, die al 4 jaar in deze gevangenis zit.

Het is donker in de gevangenis.
Niet meer gluren bij de buren.
Het kleine vertier eruit gehamerd.
Het dwingt me intern te gaan.
Rondjes draaien in mijn eigen zware hoofd.
Daar waar het hamert op mijn schuld.
Ik heb geen energie om het nog enigszins leuk te houden.
Zoveel vrouwen op
zo weinig vierkante meter.
Het is donker in mij.

Midden in de nacht, zie ik een streepje licht.
Een gaatje in de metalen plaat, zo klein.
Zo groot op deze plek.
De maan, ze staat op haar vaste plek.
Altijd staat ze haar mannetje.
Altijd dealt ze met het donker.
Ze straalt licht.
Ze krijgt licht.
Ik sluit mijn ogen, mijn gedachten even stil.

God van licht, wees mijn gids.
Leid mij door het donker
Ik vertrouw op U.

God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis (1 Johannes 1:5).

Our (Aviation) Mission